Learn Dutch - Episode 39: being sick

A box of tissues in the foreground in front of a blurred image of a woman in bed.

About 150,000 Australians are recorded to have had the flu in recent months. Source: Getty / Rafael Ben-Ari

The days are getting shorter and colder. So it's not surprising that many people suffer from colds at this time of the year. Therefore, in this mini-lesson, Joyce Diebels from Dutch with Joyce discusses words and sentences about being sick.


Words from lesson 39: being sick
EnglishDutch
to be sickziek zijn
I’m sick.Ik ben ziek.
headache(de) hoofdpijn
I have a headache maybe I need to take some rest.Ik heb hoofdpijn, misschien moet ik wat rust nemen.
pain in your throat(de) keelpijn
My throat hurts when I swallow, I think I have throat pain.Mijn keel doet pijn als ik slik, ik denk dat ik keelpijn heb.
the cold(de) verkoudheid
to have a coldverkouden zijn
I have a cold.Ik ben verkouden.
I have a cold and the doctor has prescribed me medicine for my cold.
Ik ben verkouden en de dokter heeft mij medicijnen voorgeschreven voor mijn verkoudheid.
blocked nose
(de) verstopte neus
My nose is blocked and I can’t breathe very well.Mijn neus zit verstopt, ik kan niet goed ademen.
the coughde hoest
to coughhoesten
I need to cough when I take a deep breath.Ik moet hoesten als ik diep ademhaal.
fever (de) koorts
I don’t feel well, I have a fever.
I don’t feel well, I have a fever. - Ik voel mij niet goed, ik heb koorts.
temperature(de) temperatuur
I measure my temperature with a thermometer.Ik meet mijn temperatuur met een thermometer.
feeling betterbeter voelen
My mum makes chicken soup to make me feel better.Mijn moeder maakt kippensoep om me beter te laten voelen.
fatiguedmoe
dizzyduizelig
I feel dizzy and tired.Ik voel me duizelig en moe.
I’m going to bed and I hope to feel better tomorrow.Ik ga naar bed en hoop me morgen beter te voelen.
get well soonbeterschap / ik hoop dat jij je snel beter voelt
Click here for more information about Joyce from Dutch with Joyce.

Share