Learn Dutch - Episode 33: the livingroom

Thay đổi vị trí đồ đạc trong nhà để căn nhà rộng và mới hơn

Thay đổi vị trí đồ đạc trong nhà để căn nhà rộng và mới hơn Source: Pixabay

In this brand new mini-lesson Dutch, Joyce Diebels from Dutch with Joyce, talks about things in the living room.


Words from lesson 33: the livingroom
EnglishDutch
couch or sofa(de) bank
table(de) koffietafel
lamp(de) lamp
wall(de) muur
painting(het) schilderij
door(de) deur
window(het) raam; één raam / twee ramen
coussens / pillow(het) kussen
book shelf(de) boekenplank
book cubboard(de) boekenkast
television(de) televisie
Sentences to practice with:
Ik zit op de bank televisie te kijken.
Ik heb een leuk boek en een plant op mijn koffietafel.chair - (de) stoel
Ik zit op de stoel een boek te lezen.
Ik doe de lamp aan / uit.
Het schilderij hangt aan de muur.
Ik loop door de deur.
Ik kijk uit het raam naar buiten.
Het kussen ligt op de bank.
Er staan boeken op de boekenplank in de boekenkast.
Ik kijk naar een televisieprogramma op de televisie.
Click here for more information about Joyce from Dutch with Joyce.

Share