Words from lesson 36: the bedroom
English | Dutch |
couch or sofa | (de) bank |
table | (de) koffietafel |
chair | (de) stoel |
lamp | (de) lamp |
wall | (de) muur |
painting | (het) schilderij |
door | (de) deur |
window | (een) raam, twee ramen |
cushion / pillow | (het) kussen |
book shelf | (de) boekenplank |
book cubboard | (de) boekenkast |
television | (de) televisie |
Sentences to practice with:
Ik zit op de bank televisie te kijken.
Ik heb een leuk boek en een plant op mijn koffietafel.
Ik zit op de stoel een boek te lezen.
Ik doe de lamp aan / uit.
Het schilderij hangt aan de muur.
Ik loop door de deur.
Ik kijk uit het raam naar buiten.
Het kussen ligt op de bank.
Er staan boeken op de boekenplank in de boekenkast.
Ik kijk naar een televisieprogramma op de televisie.
Click here for more information about Joyce from Dutch with Joyce.