Woorden en zinnen uit les 64: Nederlandse landschappen
Engels | Nederlands |
landscape | (het) landschap |
polder | (de) polder |
The cows are calmly grazing in the polder. | De koeien staan rustig in de polder te grazen. |
dyke | (de) dijk |
The dyke protects the village from flooding. | De dijk beschermt het dorp tegen overstromingen. |
mill | (de) molen |
The old windmill is a well known site in the village. | De oude molen is een bekende bezienswaardigheid in het dorp. |
canal | (de) gracht of (het) kanaal |
We took a boat trip through the canal in the city. | We maakten een boottocht door de gracht in de stad. |
paddock or meddow | (het) weiland |
In the meddow are horses and sheep. | In het weiland staan paarden en schapen. |
dunes | (de) duinen |
The children love running over the high dunes near the beach. | De kinderen rennen graag over de hoge duinen bij het strand. |
Wadden sea | (de) Waddenzee |
During low tide you can walk on the bottom of the Wadden sea. | Tijdens eb kun je over de bodem van de Waddenzee lopen. |
peatland | (het) veen |
The peat land is know for its unique nature. | Het veenland staat bekend om zijn unieke natuur. |
heath | heide |
In August the purple heath blooms beautifully. | In augustus bloeit de paarse heide prachtig. |
forest | (het) bos |
You can enjoy a lovely walk in the forest and enjoy the nature. | In het bos kun je heerlijk wandelen en genieten van de natuur. |
Klik hier voor meer informatie over Joyce van Dutch with Joyce.