Leer Nederlands - les 65: elektronica en gadgets

gadgets en elektronica

Credit: Paulien Roessink

In deze aflevering van Leer Nederlands leert Joyce Diebels van Dutch with Joyce je de Nederlandse woorden voor bekende elektronica en gadgets en handige zinnen oefenzinnen met deze woorden.


Woorden en zinnen uit les 65: elektronica en gadgets
EngelsNederlands
phone(de) telefoon of mobiele telefoon
I use my phone to call my familyIk gebruik mijn telefoon om met mijn familie te bellen.
emptyleeg
My phone is totally empty (dead) after I used it for the whole day.Mijn telefoon is helemaal leeg nadat ik hem de hele dag heb gebruikt.
charger(de) oplader
to chargeopladen
My charger is broken so I can’t charge my tablet.Mijn oplader is kapot dus ik kan mijn tablet niet opladen.
screen(het) scherm
The screen of my television is large and bright.Het scherm van mijn televisie is groot en helder.
remote control(de) afstandsbediening
With my remote control I control my television.Met mijn afstandsbediening bedien ik mijn televisie.
keyboard(het) toetsenbord
mouse(de) muis
The keyboard and mouse of my computer are very old.Het toetsenbord en mijn muis van mijn computer zijn erg oud.
wifi(de) wifi
Is there free wifi here?Is er hier gratis wifi?
headphones(de) koptelefoon
With my headphones I can listen to music without disturbing others.Met mijn koptelefoon kan ik muziek luisteren zonder anderen te storen.
printer(de) printer
to printprinten
I need to print a document for my appointment.Ik moet een document printen voor mijn afspraak.
battery(de) batterij of (de) accu
The battery of my electric bike is empty after 50 kilometres.De accu van mijn elektrische fiets is leeg na 50 kilometer.

Share